De eerste woorden van God leren we uit de eerste boeken uit de Bijbel. God creëert en aan het begin van elke scheppingsdag lezen we: en God zei.
En God zei: er zij licht en er was licht enz. We lezen dat God zag dat het zeer goed was. God schept zo de wereld totdat Hij de mens schept, Hij zegt dan: laat Ons mensen maken naar ons beeld en onze gelijkenis. Hij wil dat zij heersen op aarde over de zeeën, over het gevogelte, over het vee, over de aarde.
Man en vrouw zijn geschapen om op God te lijken. God schiep en zag dat het zeer goed was.
Maar dan voltrekt zich de tragedie: de mens die in het paradijs geplaatst was, mocht alles op één ding na: niet eten van de boom van kennis van goed en kwaad. God waarschuwt met Zijn woorden: dan zult gij zeker sterven.
Maar lucifer die God wil evenaren en zelfs overtreffen verleidt als slang Eva. We moeten deze grote verleiding onder ogen zien. Want daarbij blijft het niet. Eva verleidt de man Adam en vervolgens verschuilen ze zich uit schaamte voor God als Hij hen roept.
Nu zij kennis hebben van goed en kwaad hebben zij hun onschuld verloren, weten zij van het kwaad. Zij krijgen nu kwade kennis.
Dit is het begin van de kwade wereld van lucifer.
God sprak tot de slang (lucifer) en voorspelde zijn ondergang en Hij sprak tot de mens. Zij werden verbannen uit het paradijs. De verhouding tussen God en de mens is verstoord omdat zij in de val van lucifer zijn meegegaan. Nu mens leeft in de satanische wereld en God heeft spijt van Zijn
schepping. Dit lijkt op triomf voor lucifer. Maar God besluit tot het wegvagen van zijn schepping door de zondvloed.
Noach die trouw was aan God, overleeft met zijn familie en na de zondvloed eert hij God en zij sluiten een verbond: God zal Zijn schepping niet meer wegvagen.
Maar de nieuwe mensheid hield zich niet aan beloften die zij maakten met God. Zij verspreiden zich niet over de aarde en bleven op één plek en zij kozen voor lucifer. Zij bouwden in hun hoogmoed de toren van Babel. Dit staat symbool voor het leven in de occulte wereld van satan.
De toren was niet alleen symbool voor het reiken naar de hemel maar ook een fallussymbool. Dit blijft tot op de dag van vandaag een satanisch teken. Het staat ook symbool voor losbandigheid, het overtreden van Gods wetten. God had de mens als man en vrouw geschapen die één moesten worden. Deze wet wordt in de satanische wereld voortdurend overtreden tot op de dag van vandaag.
Omdat lucifer de tegenstander (satan) is van God draait hij alles om. Alles wat mooi en goed is wordt in de satanische wereld slecht en lelijk. God maakt man en vrouw en samen één. In de satanische wereld kan alles op het gebied van menselijke verhoudingen. We zien nu steeds meer het pushen van gendervervagingen.
Omdat deze satanische wereld in Babylonië overheersend is, roept God Abram die in Ur woont om daar weg te trekken. Dit is nieuwe bemoeienis van God met de mens om hen uit de klauwen van lucifer te redden.
Abram gehoorzaamt en wordt Abraham en hij wordt stamvader van mensen die zich bewust worden van God. Die zien dat de afgoden (de baäls) lucifer vertegenwoordigen en die leren dat God iets anders belooft dan hun lelijke wereld van goed en kwaad.
In die nieuwe wereld sluit God een nieuw verbond met Abraham: Ik zal u tot een groot volk maken.
God wil via een nieuw geslacht de nieuwe mens zegenen. Dat wil zeggen dat zij zullen gaan begrijpen dat de wereld waarin zij leven niet de wereld van God is maar dat Hij een ander koninkrijk heeft.
Abraham gehoorzaamt maar bij zijn kleinkinderen gaat het al mis.
Jakob de kleinzoon van Abraham wordt stamvader van 12 stammen die in een gebied gaan wonen dat toen Kanaän heette en later Israël werd genoemd naar de 10 noordelijke stammen die Israël werden genoemd. Israël is een andere naam voor Jakob. ( hij die worstelde met de engel, met God, hij die god gezien heeft. )
Mensen leefden in die tijd in stamverband en de meeste mensen waren herders met kuddes die van gebied naar gebied naar gebied trokken. Zij lieten kuddes grazen in gebieden die in bezit waren van derden, bv. van stadstaten.
Jakob zou stamvader worden waar hij officieel geen recht op had. Zijn vader Izaak gaf de voorkeur aan de oudste zoon: Ezau. Jakob kreeg de rechten van Ezau door sluwheid en Jakob kreeg een andere naam. De sluwe Jakob werd Israël: degene die strijdt met God. Deze naam werd doorgegeven aan zijn afstammelingen.
Jakob gaf via elf zonen en twee kleinzonen namen aan stammen die samen 2 koninkrijken zouden gaan vormen. Het noorden; Israël (10 stammen) en het zuiden Juda. ( 1 stam en 2 “halve stammen)
Jozef de jongste zoon van Jakob werd door zijn broers verkocht. Vanaf het begin van Jakob is er tweespalt die dus begon tussen Ezau en Jakob en later via hun kinderen.
Maar deze tweespalt wordt door “God gebruikt om binnen dit volk Zijn Naam kenbaar te houden.
We horen van tijd tot tijd in de eerste Bijbelverhalen hoe God spreekt met deze mensen.
De jaloezie van de broers op Jozef die dus door hen verkocht werd, kwam ten goede toen er hongersnood kwam in het o.a. het land Kanaän en mensen naar Egypte trokken voor eten. Jozef was daarnaar toe verkocht en kreeg daar een hoge positie. Zodoende kon hij in tijden van hongersnood zijn volk helpen.
Toen zij in Egypte bleven en later niet meer weg konden zorgde God via Mozes dat het oude volk weer terug kon naar Kanaän. De stammen trokken o.l.v. Mozes weg uit Egypte waar zij onderhevig waren geweest aan slavernij en aan de occulte baälreligie.
God spreekt Mozes aan en vertelt wie Hij is: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, Izaak en Jakob. En als Mozes vraagt naar een naam zegt Hij: Ik ben, die Ik ben.
Dit alles lezen we na de mooie boeken van Genesis in het boek Exodus.
Ik ben die Ik ben wil zeggen: Ik was er altijd en zal er altijd zijn en Ik zal doen wat Ik altijd van plan was. We korten deze naam af als HEERE.