We kennen God niet en hebben eigenlijk geen naam om aan Hem en om te omschrijven wie Hij is.

Ik omschrijf hem als de oerbron, het oerbegin het Al. Het Alles.

Jezus, de Christus, de Zoon, omschrijft hem als de Vader.

In mijn stuk over de schepping omschreef ik de schepping als een boom. God is de aarde waarin de boom wortelt en de hemel waar de boom omhoog naar toe groeit en de lucht om de boom heen waar de boom zich mee voedt.

De hele wereld kent goden. In mijn stuk over de schepping omschreef ik ze als schepsels van de demiurg.

Hoe kunnen wij God en Zijn Schepping toch kennen?

Zie dus de schepping als een wijdvertakte boom die groeit. Tijdens de groei kwam een schepsel (de

demiurg) naar voren en daagde God uit: dat kan ik ook.

Iedereen maakt in zijn leven wel eens mee dat hij iets gemaakt heeft, gecreëerd heeft, georganiseerd heeft, waarvan een ander zegt: dat kan ik ook. Die ander is in wezen jaloers op wat jij maakte en wil dat ook doen/hebben. Hij gaat aan de slag maar het resultaat is nooit gelijk aan wat jij maakte.

Stel: je hebt een mooie foto van een boom gemaakt waarbij alles klopt. Je bent er gelukkig van en tevreden over. In je blijdschap laat je de foto aan iedereen zien. Dan komt er een jaloers iemand die zegt dat hij dat ook kan, misschien zelfs wel mooier. Hij gaat naar de boom en fotografeert die.

Maar het is niet jouw foto. Dat kan ook niet want de bezieling en kunde waarmee jij de foto maakte, kent hij niet. Het komt niet uit hemzelf zoals bij jou. Het licht was ook niet hetzelfde en de camera ook niet. Nu wordt de jaloezie nog heviger want het product is niet zo goed maar toch wil de maker ook de bewondering die jou ten deel viel. Hij zal er alles aan doen om jouw foto te bagatelliseren en de zijne op te hemelen. Ten slotte gaat hij er toe over jouw foto te stelen en te verbergen.

Dat deed de demiurg met de schepping van God. Hij maakt een zijtak aan de boom met het blad “aarde” maar het werd niet de tak zoals de takken aan de boom van God. Hij wil de eer die God ten deel valt zelf en zorgt er voor dat de mensen op zijn “tak” die wonen op zijn “blad” geen zicht meer hebben op de hele boom. Zo leven zijn mensen in “duisternis” en denken zijn mensen dat hij hun god is.

Mensen die door de Ware God wakker worden en zicht krijgen op het geheel, zijn een grote bedreiging voor hem. Daarom is hij voortdurend bezig de mens te misleiden en voor zichzelf te behouden. Hij zorgt ervoor dat via de wrekende goden de mensen onderdrukt worden. Maar bedenk dat de ware Vader geen wraakgod is, geen onderdrukkende god. Wil je de Ware God kennen; kijk dan naar de rest van de boom. Die mag groeien en wordt verzorgd. De eisende goden eisen uiterlijk vertoon, bv. t.a.v. erediensten, bidden, kledingvoorschriften enz.

De Ware God eist dat niet. Hoe je die kunt eren, leer je van Jezus: als je gaat bidden, ga dan naar het binnenste van je binnenkamer. (Mt 6:5 Lc 11:2).

Het gaat er om de Godsvonk in jezelf te ontdekken en brandend te houden zodat het tenslotte een groot vuur wordt. En in het binnenste van je binnenkamer kun je gewoon praten met God in je eigen woorden in je eigen taal. Niks geen vaste tijden en voorschriften. Jij doet dat op jouw moment met jouw woorden. Je kunt alles zeggen en er wordt niet geoordeeld. Je krijgt al. voor je vraagt.

Maar pas op: het gaat om “het hemelse” niet om “het aardse”. (Mt 6:19-24 Lc 12:15)

Pas op voor een ieder die beweert door bv. “channeling” contacten te hebben met engelen en met god en daardoor kennis en wijsheid en zelfs voorspoed krijgt. Het is de kennis van de tak van de demiurg. Hij geeft en neemt later heel veel terug. Hij vraagt een hoge prijs.

De Ware God vraagt niets. Behalve dat als je Hem wilt leren kennen, je de weg volgt die je hebt leren kennen via de Zoon, die de Weg, de Waarheid en het Leven is.

Dan zul je zien dat je gegeven wordt. Dan zul je merken dat als je klopt er open gedaan wordt en dat als je zoekt, je uiteindelijk zult vinden.(Mc 10:18 Mt 19: 17)