van MVerhoeven. Zie daar ook links.
(Ed.: soms deel ik iets van hem hoewel ik het lang niet altijd met hem eens ben. Maar dat mag. Er is één waarheid en daarover zijn we het eens.)
“Sommige zaken moeilijk te begrijpen” Bron: Franklin G. Huling; FEA
Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (HSV)
Vertaling, plaatje en voetnoten door M.V., Update 25-2-2023 (links toegevoegd)
Het volgende werd meer dan 50 jaar geleden geschreven door Franklin G. Huling. Hij diende als een van de vroege leiders van de Fundamental Evangelistic Association en professor aan het Fundamental Bible Institute van de FEA in Los Angeles, Californië. De waarheden hierin vervat zijn net zo belangrijk en tijdloos vandaag omdat zovelen de Schrift verdraaien om hun eigen agenda’s te dienen.
Interpreteren van de Bijbel
Iemand zei me eens: “Er zijn wel duizend verschillende interpretaties van elk vers in de Bijbel”.
“Meent u dat?” vroeg ik. Hij antwoordde: “Zeker wel”. “Goed dan”, zei ik, “met drie interpretaties
van volgend vers ben ik al tevreden: ‘Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft iets
wat hem veroordeelt, namelijk het woord dat Ik gesproken heb; dat zal hem veroordelen op de laatste dag’, Johannes 12:48”. Hij kuchte en schraapte zijn keel, wilde zich in bochten wringen en van onderwerp veranderen. Maar ik hield hem bij de zaak, en hij haperde en stamelde toen hij het vers luidop las. Uiteindelijk was hij er doorheen, en dan, met een zucht, zei hij: “Wel, ik veronderstel dat het betekent wat het zegt”. “Precies zo”, antwoordde ik. “Hij die de Heer Jezus Christus verwerpt als zijn persoonlijke Redder, en weigert Zijn Woord aan te nemen, zal geoordeeld worden door Zijn Woord op de laatste dag”. Gods Woord is een liefhebbende Vriend, en het is inderdaad droevig dat iemand wil afwijken van haar heldere betekenis door zich te verstoppen achter het excuus dat “er zoveel verschillende interpretaties zijn van de Bijbel”. In de meeste gevallen is de echte moeilijkheid niet de interpretatie maar veeleer het ontwijken van wat Gods Woord zegt. Zo’n houding leidt tot eeuwige verwoesting.
Verdraaien van de Bijbel
Het grootste deel van de Bijbel is eenvoudig te begrijpen, maar niet alles. De apostel Petrus schreef
dat in sommige Brieven van de apostel Paulus “sommige zaken moeilijk te begrijpen zijn” waarna
hij verder zegt: “die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net
als de andere Schriften” (2 Petrus 3:16). Er is voor niemand een excuus om “onkundig” te zijn, dat
wil zeggen: onwetend van de Schriften in deze dagen wanneer de Bijbel voor iedereen beschikbaar
is. Evenmin is er enig excuus om geestelijk “onstandvastig” te zijn. Onstandvastigheid is geen tegenslag maar een zonde. Als we het licht van Gods Woord accepteren dan zullen wij Gods Zoon
ontvangen als onze Redder en Heer. Daarna, als we wandelen in het licht van Gods Woord, in plaats
van te worden “heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer,
door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden” (Efeziërs 4:14), zullen
we worden “geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof” (Kolossenzen 2:7). Een
advertentie op een houtbewerkingszaak trok op een dag mijn aandacht. Ik las: “Alle soorten van
draaiwerk wordt hier gedaan”. Als een faire waarschuwing zou dit moeten geplaatst worden op elke
kansel waar de prediker de Bijbel verdraait, tot geestelijke verwoesting van hemzelf en zijn toehoorders. Het verdraaien van de Bijbel is zowel algemeen als dodelijk. Gods Woord mag niet lichtvaardig behandeld worden. Wees niet onder hen die het Woord van God vervalsen (2 Korinthiërs 4:2), dat wil zeggen: trachten het te laten zeggen wat uzelf wenst dat het betekent in plaats van wat het duidelijk betekent in het licht van “heel de Schrift” (2 Timotheüs 3:16).
Laten we nu enkele welgekende Schriftplaatsen onderzoeken die vaak fout uitgelegd worden:
“Werk uit uw eigen redding met vrees en beven” (vert. uit KJV)
[De HSV (én SV) is minder duidelijk: “Werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven”, M.V.].
Paulus schreef dit gedeelte in Filippenzen 2:12. Volgende opmerkingen hierbij:
1: Dit wordt gericht tot geredden, niet tot ongeredden. Ongeredde mensen kunnen hun “redding”
niet “uitwerken” om de simpele reden dat zij geen redding bezitten om “uit te werken”! [Het Griekse woord achter “werken” is katergazomai: uitwerken, bewerken. De KJV zegt terecht: “work out your own salvation with fear and trembling”, M.V.].
2: De prepositie is “uit” (van “werk uit”), niet “voor”. Niemand kan werken “voor” zijn redding,
omdat wij allen schuldige zondaars zijn voor God die redding moeten verkrijgen als Gods gave.
“Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus
Christus, onze Heere” (Romeinen 6:23).
3: Na het ontvangen van Gods gave van redding in Zijn Zoon, moeten geredden hun “eigen redding
uitwerken met vrees en beven”, d.w.z. met een heilige vrees om niet tekort te schieten aan Gods
liefdevolle wil voor hun leven. “Want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken,
naar Zijn welbehagen” (Filippenzen 2:13). Zij moeten de redding “uitwerken” die God reeds heeft
“in” gewerkt.
Beste lezer, maak niet de fout van te trachten te werken voor uw redding. Dat is onmogelijk. Geloof
in plaats daarvan nederig wat Jezus Christus reeds heeft gedaan voor u, en vertrouw Hem daarin.
“Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is
om zondaars zalig te maken” (1 Timotheüs 1:15), niet om te tonen hoe zondaars zichzelf kunnen
redden!
“Grotere werken”1
Wat bedoelde de Heer Jezus toen Hij zei: “Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen,
en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader” Johannes 14:12)? Beschouw:
1: Het woord “werken” hier betekent de wonderen1 die Christus deed, zoals het genezen van zieken, uitwerpen van demonen, opwekken van doden.
2: Hij zei dat zij die in Hem zouden geloven, dezelfde werken zouden doen zoals Hij deed. En dat
deden ze ook, zolang1 als dat paste in Gods plan.
3: Hij verklaarde verder dat zij die in Hem geloofden “grotere” werken zouden doen “dan deze”.
Welke wonderen zouden “groter” zijn dan deze die Christus deed? Zeker niets in het domein van
het fysische. In Gods oog is het geestelijke en eeuwige “groter” dan het fysische en tijdelijke. Daarom zijn de “grotere werken” de geestelijke wonderen van redding. Wanneer Christus opvaarde naar de Vader, zond Hij de Heilige Geest op de dag van Pinksteren. De Heilige Geest bekrachtigde de apostel Petrus om een sermoen te brengen waardoor “drieduizend zielen” tot Christus gebracht
werden (Handelingen 2:41). Naar Gods visie wordt een veel grotere manifestatie van Zijn kracht
gezien wanneer een ziel die “dood is in de overtredingen en zonden” (Efeziërs 2:1) “eeuwig leven”
ontvangt (Romeinen 6:23) bij het accepteren van de Heer Jezus Christus, dan wanneer een wonder
van genezing van het lichaam plaatsvindt. Beste lezer, als u gered bent, doet ú dan deze “grotere
werken” door het brengen van zielen tot Christus? “De tijd is beperkt” (1 Korinthiërs 7:29)!
“De letter doodt”
Soms zeggen mensen: “Ik geloof niet in een ‘letterlijke’ interpretatie van de Bijbel maar in een
‘geestelijke’ interpretatie”. Zij interpreteren daartoe Paulus’ woorden verkeerd: “Hij [= God] heeft
ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het nieuwe verbond te zijn, niet van de letter,
maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend” (2 Korinthiërs 3:6).
Observeer:
1: De apostel contrasteert het Nieuwe Testament, of Nieuwe Verbond, met de “letter” dat het Oude
Testament of Oude Verbond betekent. Dat laatste wordt de “letter” genoemd omdat het “met letters
in stenen gegrift” was, zoals het volgende vers verklaart (2 Korinthiërs 3:7). Het onderwerp is hier
niet een contrast tussen twee methodes van interpretatie, maar een contrast tussen twee dispensaties2: de Wet (of “bediening van de dood” – 2 Korinthiërs 3:7) en de “bedeling3 van de genade”:
“Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods, die mij gegeven is aan u …”
(Efeziërs 3:2, SV, SV1977, KJV).
2: De betekenis van de frase “de letter doodt” is dat Gods heilige Wet elk mens tot de eeuwige
dood veroordeelt – voor altijd geweerd van de aanwezigheid van God – omdat wij allen Gods Wet
hebben overtreden. En de betekenis van de frase “de Geest maakt levend” verwijst naar het feit dat
de Heilige Geest eeuwig leven geeft: eeuwige gemeenschap met God, voor allen die de Heer Jezus
Christus ontvangen als hun persoonlijke Redder.
3: De Bijbel zegt niets over een “letterlijke” en een “geestelijke” interpretatie van de Bijbel.
Zo’n idee is een middel van de duivel om een excuus te bieden voor het ontkennen van de duidelijke waarheden van Gods Woord over onze zonde en schuld en onze nood aan het verzoenende bloed van de Zoon van God om ons te bevrijden van de rechtvaardige “toorn van God” (Johannes 3:36).
“Oordeel niet”4
Een groot deel van morele en geestelijke boosheid heeft een schuilplaats gevonden onder een fout
begrip van wat de Heer zei over oordelen. Tot hypocrieten (!) zei Hij: “Oordeel niet, opdat u niet
geoordeeld wordt … Huichelaar, haal eerst de balk uit uw oog en dan zult u goed kunnen zien om
de splinter uit het oog van uw broeder te halen” (Mattheüs 7:1, 5). Hier hebben we:
1: Een verbod op hypocritisch oordeel. Dit is enkel van toepassing op hypocrieten tegen wie het
ook wordt gezegd.
2: Een gebod om rechtvaardig te oordelen: “Oordeel niet naar wat voor ogen is, maar vel een
rechtvaardig oordeel” (Johannes 7:24). Elke opinie die we hebben is een oordeel dat iets goed of
slecht is, waar of vals is, recht of krom is. God wil dat wij oprecht en geïnformeerd zijn in onze
beoordelingen. De apostel Paulus schreef: “De geestelijke mens beoordeelt alle dingen” (1 Korinthiërs 2:15). Hij beveelt christenen “hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af” (Romeinen 16:17). Dit is een expliciet gebod om te (be)oordelen of leraars of leringen waar of vals zijn volgens Gods Woord, en als ze vals zijn moeten we ons daarvan “afkeren”.

“Op deze Rots”5
Het is tragisch dat velen het waanidee hebben dat Christus Zijn kerk op Petrus fundeerde: “En Ik
zeg u ook dat u Petrus [= Gr. petros: rots] bent, en op deze petra [= Gr. voor “massale rots”] zal Ik
Mijn gemeente [of kerk, Gr. ekklesia] bouwen” (Mattheüs 16:18). Houdt in gedachten:
1: Petrus had zojuist gezegd: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God” (Mattheüs 16:16).
Christus zei tot Petrus niet: “Ik zal Mijn kerk bouwen op u”. Nee, maar Hij zei dat Hij Zijn kerk zou
bouwen “op deze petra”, dat is de “rots” van Zijn eigen Goddelijkheid die Petrus een moment eerder had beleden.
2: Dit is in overeenstemming met de verklaring van de apostel Paulus: “Want niemand kan een
ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus” (1 Korinthiërs 3:11).
3: Het woord kerk (Gr. ekklesia] betekent “de uitgeroepenen”. Christus’ kerk bestaat uit iedereen
die waarlijk geloof gesteld heeft in de Heer Jezus Christus.
“De sleutels van het Koninkrijk”
Wat waren deze “sleutels” en aan wie werden ze gegeven? Voortgaand met tot Petrus te spreken,
zei de Heer Jezus: “En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op
de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn” (Mattheüs 16:19). Duidelijk is het volgende:
1: Dit is geen speciaal voorrecht van Petrus omdat dezelfde belofte is herhaald met betrekking tot
al de discipelen in Mattheüs 18:18. Bovendien zag Petrus zichzelf niet als dat hij een bijzonder gezag had. Hij schreef: “De ouderlingen onder u roep ik ertoe op, als medeouderling” (1 Petrus 5:1).
Evenmin beschouwden de andere apostelen als dat Petrus een bijzonder gezag had. Toen Petrus een
foute positie innam, schreef de apostel Paulus dat hij hem veroordeelde: “Maar toen Petrus naar
Antiochië gekomen was, ging ik openlijk tegen hem in, omdat hij te veroordelen was” (Galaten
2:11).
2: Sleutels zijn een symbool van eer en voorrecht. Welk voorrecht gaf de Heer Jezus aan al Zijn
discipelen? “En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen” (Markus 16:15). Noch Petrus, noch enige van de andere discipelen hebben ooit andere “sleutels” gebruikt om te “binden” of “ontbinden” dan het evangelie zelf. Het woord evangelie betekent “goed nieuws”. Het is het gezegende nieuws voor schuldige zondaars, namelijk “dat Christus voor onze zonden stierf” (1 Korinthiërs 15:3)6. Als we Hem afwijzen, zijn wij stevig “gebonden” aan onze zonden en de toorn van God. Als wij Hem aannemen, zijn wij “ontbonden” van onze zonden en schuld voor God.
“Het Koninkrijk van God is binnen in u”
Is Gods koninkrijk “binnen in” elk persoon, gelijk of zij Gods Zoon afwijzen of aannemen als hun
Redder? Wat bedoelde Christus toen Hij zei: “zie, het Koninkrijk van God is binnen in u” (Lukas
17:21)? Denk hier aan:
1: Christus sprak tot de Farizeeën die Hem afwezen (Lukas 17:20). Bij een andere gelegenheid
vertelde Hij hen wat van binnen in hen was toen Hij zei: “van binnen bent u vol huichelarij en wetteloosheid” (Mattheüs 23:28). Nee, het “koninkrijk van God” was niet binnen in deze Farizeeën.
2: Het Griekse woord vertaald met “van binnen” kan ook vertaald worden als “in uw midden”. Wat
de Heer Jezus zei was dat Hij, de Zoon van God en de Koning van Gods koninkrijk, te midden van
hen was, maar toch weigerden zij Hem te ontvangen”.
3: Christus is niet in onze harten tenzij we Hem beslist en oprecht uitnodigen om binnen te komen
door geloof. “Now admit the Heavenly Guest. He will make for you a feast. He will speak your sins
forgiven, and when earth ties all are riven, He will take you home to Heaven. Let Him in!”
Eenvoudig te begrijpen
Het is niet het intellect dat mensen weghoudt van Christus maar wel het niet toegenegen hart en de
wil. Een welgekende Amerikaanse schrijver, die beleed een geestelijk wrak te zijn op de zee van het
leven, zei: “Het zijn niet de dingen in de Bijbel die ik niet begrijp die me storen, maar de dingen die ik wél begrijp”. Ja, het is gemakkelijk te begrijpen dat wij verloren zondaars zijn en dat
Christus stierf voor zondaars, en dat als we Hem aannemen, God ons kan en zal aannemen. Handel
dan naar wat u wél begrijpt, beste lezer, en ontvang de Heer Jezus Christus als uw persoonlijke
Redder, als u dat nog niet gedaan heeft. Daarna zal de Geest van God u helpen meer van Gods
Woord te begrijpen naarmate u dat bestudeert en leert God te vertrouwen in wat u niet begrijpt.
“Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid
voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden” (1 Korinthiërs
2:14). Iemand heeft eens terecht gezegd: “God schrijft met een duidelijke hand, maar enkel Zijn
kinderen kunnen het lezen”.
Lees verder:
“De Bijbel is Gods Woord”
1 Zie hier
2 Zie over de dispensaties (of bedelingen): http://www.verhoevenmarc.be/#Bedelingen
3 Of dispensatie. KJV: “the dispensation of the grace of God”
4 Zie over oordelen: http://www.verhoevenmarc.be/oordelen2.htm
5 Zie ook “Petrus of de Rots”: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/Petrus-of-de-Rots.pdf
6 Enkele bemerkingen:
Die “sleutels” betekenen de ontsluiting van het Evangelie voor alle volkeren door Petrus. In Handelingen 2 werd de
Gemeente gesticht, en die was niet meer exclusief voor de Joden maar nu ook voor alle volkeren … vandaar de verschillende talen als een uiterlijk teken van die internationaliteit van de Gemeente. Het zou echter nog duren tot Cornelius gered werd als eerste van de heidenen in Handelingen 10.
De volgorde in de ontsluiting van het Evangelie voor alle mensen en talen is deze:
1. Joden (Hand. 2): door Petrus. 2. Samaritanen (Hand. 8): ingeleid door Filippus; Petrus in Handelingen 8:14, 25 (bevestiging). 3. Heidenen (Hand. 10): door Petrus (eerst geloof, dan H. Geest ontvangen, daarna de doop).
Het was echter Paulus die, na de ontsluitingen, de evangelieprediking echt op grote schaal internationaal bracht.
Zie www.verhoevenmarc.be/PDF/sleutels.pdf